In gesprek met ds. Cor van Breemen, geestelijk verzorger in ‘De Wijngaard’

Is je werk als geestelijk verzorger veranderd onder invloed van de corona-crisis?

Corona heeft in zoverre mijn werk veranderd, dat ik mijn werk slechts met mond-neuskapje kan verrichten, wat voor sommige cliënten onaangenaam is. En verder is het niet handig om overal binnen te lopen; het liefst slechts één afdeling per dag. Bovendien wordt het aantal afdelingen regelmatig beperkt door coronaverdenkingen, waardoor de afdeling voor kortere of langere tijd op slot gaat. Dan kom ik in zo’n situatie alleen binnen wanneer de betreffende bewoner(s) – zo noemen we de cliënten – te kennen hebben gegeven dat ze er behoefte aan hebben. Gelukkig kon tot nu toe de tijd van isolatie of quarantaine beperkt blijven tot maximaal twee weken. In de eerste golf maakte ik deel uit van een team dat aandacht had voor die niet-bewoners. Ik had op mij genomen met mantelzorgers van getroffen corona-patiënten te bellen; dat werd erg gewaardeerd. In de tweede golf is het minder heftig, tot nu toe. En dus heb ik nog geen mantelzorgers aan de lijn gehad.

De mogelijkheden voor contact van buiten af zijn toch wel erg beperkt?

Bellen met mantelzorgers
wordt heel erg gewaardeerd!

Wat betreft predikanten en ambtsdragers: ze worden hier wel toegelaten, maar slechts mondjesmaat. Toevallig sprak ik zojuist een ouderling die het betreurde dat hij slechts tot één bewoner werd toegelaten. Ik heb hem uitgelegd dat dit toch het beleid is, en dat begreep hij ook. Maar vooral voor ambtsdragers die een behoorlijke afstand naar ons verpleeghuis moeten overbruggen is het zuur. Want ze zijn gewend enkele bewoners in één keer te bezoeken, en dat gaat nu helaas niet. Van de bewoners zelf verneem ik dat ze het jammer vinden dat eigen kerkelijke ambtsdragers liever niet op bezoek kunnen komen. De andere zijde is, dat veel bewoners van een verpleeghuis gewend zijn geduld te moeten hebben. Ze gaan ervanuit dat er binnen afzienbare tijd wel weer contact met de ambtsdragers kan zijn. Min of meer probeer ik zoveel mogelijk plaatsvervanger te zijn, aangezien ik als personeelslid wel enkele bewoners per dag mag bezoeken (maar ook niet te veel).

En je zondagse activiteiten zijn ook heel anders.

Op zondag ben ik doorgaans voorganger in de kerkdienst die we in ons verpleeghuis houden. Ja, dat is natuurlijk heel erg veranderd, zoals in vrijwel elke kerkelijke gemeente. De verpleeghuis-gemeente zit voor mijn gevoel nu achter het glaasje van de camera. In de dienst mis ik het gevoel van direct contact met bewoners en hun mantelzorgers, al weet ik dat vrijwel alle kerkgaande bewoners nu achter de beeldbuis zitten. Wat er verandert, is dit dat ik niet meer aan een blik of houding of verzuchting kan vernemen hoe de zaken van de hoorders ervoor staan. Zodat ik maar op mijn gevoel af moet vaststellen of ik begrijpelijk overkom of niet. Afijn, dat went wel, maar het blijft vervelend.

Hoe reageren de bewoners over het algemeen op de pandemie?

Misschien is het woord ´gelatenheid´ nog de beste typering. Men begrijpt doorgaans de noodzaak van de lock-downmaatregelen, en men legt zich erbij neer. Niemand vindt het prettig, maar nagenoeg iedereen begrijpt dat er iets gebeuren moet. Overigens hebben we ook veel demente bewoners. Nog steeds hebben zij de neiging een hand te geven als iemand binnenkomt of weggaat; maar als je hen uitlegt waarom je geen hand mag geven, dringt het wel door dat er corona heerst. Ik ben geen bewoners tegengekomen die in paniek zijn, o.i.d. Zelfs hoor ik regelmatig de gelaten opmerking: ´Als ik aan de beurt ben, dan kan ik het toch niet tegenhouden. Dan moet het maar zo zijn.´ Er zijn niet veel mensen die op de dood zitten te wachten; tegelijk realiseren velen zich dat ze niet voor niets in een verpleeghuis zijn opgenomen.

Is hun geloofsbeleving veranderd? Is er spanning?

Eigenlijk ben ik nog niemand tegengekomen die zegt dat corona spanning brengt in het geloofsleven. Terwijl er toch heel regelmatig behoefte blijkt te zijn om daar met mij over te spreken. Dan is de vraag: ´Wat zou de bedoeling hiervan zijn?´ Uiteraard beseft iedereen wel dat ik daar ook geen antwoord op weet. Verder kom ik wel bewoners tegen die voor zichzelf al wel een begin van een antwoord hebben: ´God zal ons allen wel een lesje willen leren´. Voor zover ik kan waarnemen, zet het coronavirus niemands geloof onder druk. Vaak wordt er wel vertrouwen uitgesproken: ´Als God hier iets mee wil zeggen, dan wil Hij dit ook vast wel weer wegnemen´. Er is mij niemand bekend die angstiger is geworden door het coronavirus. Daarbij moet worden aangetekend dat er hier doorgaans een geestelijke sfeer heerst waarin angst voor God niet voorop staat. Soms wel – dan heeft men ook nu angst. Meestal niet – ook nu niet. Kortom: naar mijn waarneming heb ik de geloofsbeleving van bewoners niet zien veranderen, van welke richting men ook is.

Is je werk in positieve zin veranderd? Je mag bijna niet van winst spreken …

Winst en verlies beide. De winst voor mijn werk is, dat ik geen bijbelgroepen en gespreksgroepen kan geven en daardoor aanzienlijk meer tijd heb voor persoonlijk pastoraat. Indien de situatie veilig genoeg is, maak ik daarvan gretig gebruik. Dat betekent, dat ik het aantal één-op-ééncontacten in de afgelopen maanden veel groter heb zien worden. Dan kun je in de gesprekken ook meer de diepte in, wat door veel bewoners wordt gewaardeerd.

Verder is het aantal vergaderingen drastisch teruggelopen, terwijl ze in deze tijd enkel via Zoom o.i.d. kunnen plaatsvinden. En doordat digitaal vergaderen weer z´n eigen vaardigheid meebrengt, is men genoodzaakt geworden rustiger te vergaderen etc. Voor mijn gevoel is de chaos een beetje voorbij. Eigenlijk is voor mij persoonlijk de hele werkdruk een heel stuk aangenamer en ontspannener geworden.

Verder acht ik winst – over de gehele linie – dat we als samenleving ons gedrag weer eens goed moeten nagaan. Ook als medewerker moet ik bedenken of ik mijn werk wel ter plekke moet doen, of het eventueel thuis kan doen. Je wordt zuiniger met reisbewegingen – althans ik wel.

Heb je tips of aanbevelingen voor werkers in de kerk?

Mijn advies zou zijn om het beleid van een ziekenhuis of verpleeghuis zonder morren te accepteren; er komt vast wel weer een betere tijd. Als een patiënt in het ziekenhuis graag contact wil met z´n predikant(e), maak dan gebruik van de mogelijkheden van vandaag. En wanneer je als ambtsdrager een patiënt of bewoner wilt bezoeken maar het mag niet, neem dan vooral contact op met de geestelijk verzorger van de instelling. Of, als die er niet is, probeer dan alsnog daarover telefonisch contact op te nemen met de betreffende afdeling van de bewoner, en leg geduldig uit waarom een contact met patiënt/bewoner belangrijk is. In ons verpleeghuis hoeft dat doorgaans niet uitgelegd te worden, maar ik vermoed dat dat in veel instellingen nodig is. Medewerkers in ziekenhuizen en verpleeghuizen zullen niet onwelwillend zijn, maar ze kennen vaak zelf de urgentie van levensvragen of geloofsvragen niet.

Zorgpersoneel in algemene
instellingen kent de urgentie
van geloofsvragen niet altijd

Laat dan wel duidelijk blijken dat je ambtsdrager bent, en dat is heel wat anders dan een goede kennis o.i.d. Een goed argument is ook dat juist in coronatijd minister Hugo de Jonge geld heeft vrijgemaakt voor geestelijke verzorging in thuissituaties, omdat daar dringend behoefte aan is. Dus je gemeentelid zal er zeker dringend behoefte aan hebben, omdat het de kern van diens bestaan betreft. Wees er wel op bedacht dat het wel enige tijd zal kunnen duren voordat ´het kwartje valt´.

Verder lijkt het me goed, en voor de hand liggend, om ook even contact te hebben met familie of mantelzorgers van patiënten/bewoners, om na te gaan welke beleidslijn de familie hanteert. Want vaak zullen ook familieleden niet op bezoek mogen komen, dan enkel na een zorgvuldige aanmeldingsprocedure. Mocht een bezoek als ambtsdrager niet onmiddellijk afgesproken kunnen worden, of overgenomen kunnen worden door de geestelijk verzorger van het huis, dan kan wellicht een familielid de weg banen voor jou als ouderling/predikant/diaken.

Een valkuil kan verontwaardiging zijn, als een instelling jou weigert. Wees niet verontwaardigd, maar begrijp vooral de zorg voor de cliënten. En begrijp ook dat we in seculier Nederland niet meer zo goed raad weten met ambtsdragers van een kerk, aangezien het meeste zorgpersoneel daar geen enkele affiniteit mee heeft. Zoals gezegd hebben instellingen vaak wel een geestelijk verzorger in dienst; probeer van die persoon gebruik te maken als het je zelf niet lukt. Overigens zou ik persoonlijk dan wel willen weten welke geestelijke identiteit de geestelijk verzorger heeft. Ik vermoed dat een imam toch niet hetzelfde zegt als een gereformeerde geestelijk verzorger.

En waarover zouden de gesprekken dan kunnen gaan?

Zelf ben ik nooit zo van de gespreksonderwerpen. Wanneer je zorgvuldig informeert naar de lichamelijke en geestelijke stand van zaken van de pastorant, dan liggen in diens beantwoording vaak al veel ingrediënten voor een gesprek. Dan gaat het over geloof, overgave, berusting, gelatenheid, ergernis, aanvaarding, hoop, wanhoop, tevredenheid, verlangen, wensen, enzovoort. Het kan handig zijn een goed voorbereid bijbelgedeelte achter de hand te hebben, als het gesprek niet wil vlotten. Dan kan het lezen van zo´n gedeelte soms helpen het gesprek alsnog te krijgen zoals je het wilt hebben. Uiteraard kun je het hebben over corona en de maatregelen en vaccinatie, maar ach, daar heeft iedereen het al over. Vertrekpunt voor het gesprek kan het beste de situatie zijn waarin de pastorant zich mentaal bevindt. Dan heb je de meeste kans op een goed gesprek.